1.herhaaldelijk een zwak, doch duidelijk hoorbaar, kortdurend geluid voortbrengen (VD I 1) Voorbeeld: ‘De kiekens schormden op onder die zware bui van graantjes die tikkelden op hunne vlerken’ (Langs Wegen 21) 2.met stippels, spikkels, tikkeltjes of spatjes bedekt zijn (DB) Voorbeeld: ‘'t Is er een speieren van rode baaien, blauwe ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php