
plagerig nabauwen (VD), plagen, treiteren - Voorbeeld: ‘
Siska (...) ging aan 't werk, voor de deur. De koster kwam daarbij staan, met de handen in de zakken en hij zuchtte. - 't Is kinderwerk! tinselde hij om zijn verdrietigheid lucnt te geven, wat gaat gij daaraan verporren?’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.