voortgaan zonder dat men weet waar men terecht zal komen; zwerven, dolen (VD) - Voorbeeld: ‘Sedertdien was ' t een oneindig tjolen geweest van de ene hofstêe naar d'andere, met zijn pakje onder de arm, achter werk’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php