1.dichtgroeien (VD) Voorbeeld: ‘Hij beefde om die blik en zijn ogen keken en zochten of 't deurgat niet in een toverwrong was toegegroeid’ 2.aaneengroeien Voorbeeld: ‘Uit de mulle zandweg geraakt de processie op de kassei van de grote dorpsstraat en dan gaat er een toegroeiend geruchte van kloppende kloefen, naarmate er meer volk d... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php