de toerist zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tuˈrɪst ] Afbreekpatroon: toe·rist Verbuigingen: toeristen (meerv.) iemand die voor zijn plezier reist Voorbeeld: 'Er waren deze zomer weer veel toeristen in Amsterdam.' Synoniemen: reiziger vakantieganger vakantiereiziger 6 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/toerist
Ieder die een andere dan zijn eigen woonomgeving bezoekt en zich daar recreatief bezig houdt. Zie ook vakantieganger Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10965