de toerist zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tuˈrɪst ] Afbreekpatroon: toe·rist Verbuigingen: toeristen (meerv.) iemand die voor zijn plezier reist Voorbeeld: 'Er waren deze zomer weer veel toeristen in Amsterdam.' Synoniemen: reiziger vakantieganger vakantiereiziger Gevonden op https://woorden.org/woord/toerist
iemand die voor zijn plezier of ter ontspanning of recreatie reist naar plaatsen of landen om daar bv. vakantie te houden of bezienswaardigheden te bezoeken; iemand die recreatief reist iemand die naar een bepaalde plaats of een bepaald land reist om in een specifieke behoefte te voorzien of iets te verkrijgen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/toerist
Ieder die een andere dan zijn eigen woonomgeving bezoekt en zich daar recreatief bezig houdt. Zie ook vakantieganger Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10965
Een toerist of tourist is iemand die voor zijn plezier een andere plek bezoekt. Een toerist kan een andere plek in zijn eigen land bezoeken of naar het buitenland gaan. Als ergens veel toeristen komen is er veel toerisme . Frankrijk is bijvoorbeeld erg toeristisch, want er komen veel toeristen. In tegenstelling tot Mongolië , die is niet erg toeri... Gevonden op https://wikikids.nl/Toerist