aanvoeren, aanbrengen - Voorbeeld: ‘De wind blies koud, 't was als een brede stroom die gedurig ijzige asem toevoerde uit hetzelfde gewest en in de andere richting over de vrije streek wegschoer’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php