de traagheid zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: traag·heid 1) het langzaam zijn 2) ook inertie genoemd, de naam voor het verschijnsel dat er een kracht nodig is om een voorwerp een andere snelheid of richting te geven . Synoniemen: indolentie inertie lamlendigheid langzaamheid logheid luiheid slapte sloomheid werkel...
1) Flegma 2) Indolentie 3) Inertie 4) Laksheid 5) Lamlendigheid 6) Langzaamheid 7) Logheid 8) Loomte 9) Luiheid 10) Slapte 11) Sloomheid 12) Werkeloosheid 13) Willoosheid 1) Het languitblijven 2) Hoofdzonde 3) Indolentie 4) Inertie 5) Laksheid 6) Lamlendigheid 7) Langzaamheid 8) Logheid 9) Loomte 10) Luiheid 11) Natuurlijke ongevoeligheid 12) Onbevattelijkheid 13) Slapte 14) Sloomheid 15) Torpiditeit 16) Vadsigheid 17) Volhardingsvermogen 18) Werkeloosheid 
volhardingsvermogen, inertie
[natuurkunde scheikunde en sterrenkunde] De wet van de traagheid (inertie) stelt dat objecten waar geen kracht op werkt, in hun bewegingstoestand volharden: stilstaande objecten blijven in rust, bewegende objecten verplaatsen zich rechtlijnig met de bestaande snelheid.