Let op: Spelling van 1858 Trafiek, trafic, Fr, traffico, Ital., nering, handel; de handel, welke door koop en verkoop, of ook door verruiling der waren, wordt gedreven. Trafikant, trafiquant, handelaar, koopman in zelf vervaardigde voorwerpen. Trafikeren, trafiquer, Fr., handelen, koopmansch...
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.