transporteren werkw. Uitspraak: [ trɑnspɔrterə(n) ] Afbreekpatroon: trans·por·te·ren Vervoegingen: transporteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft getransporteerd (volt.deelw.) van de ene plaats naar de andere brengen Voorbeelden: 'vee op een diervriendelijke manier transporteren' , 'gegevens naar een nieuw bestand transportere... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/transporteren
In het algemeen te gebruiken voor het transporteren, meedragen of afvoeren van iets of iemand van de ene fysieke locatie naar de andere Gevonden op https://www.ksart.nl/term/transporteren