transporteur zelfst.naamw. Afbreekpatroon: trans·por·teur Verbuigingen: transporteurs (meerv.) Verbuigingen: transporteurtje (verkleinwoord) 1) ondernemer van transporten, vervoerder 2) toestel of machineonderdeel waarmee iets verplaatst wordt b.v. een bandtransporteur 3) gradenboog die dient om opgemet... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/transporteur