de Turk zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tʏrk ] Verbuigingen: Turken (meerv.) de Turk - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'tʏrk - sə ] Verbuigingen: Turksen (meerv.) iemand met de Turkse nationaliteit Spreekwoorden en zegswijzen • een renegaat is nog erger dan een Turk (=een vroegere vriend is een veel gevaarlijk...
1) Aziaat 2) Bewoner van Klein-Azië 3) Bewoner van Turkije 4) Euraziaat 5) Europeaan 6) Inwoner van de Balkan 7) Inwoner van Europa 8) Inwoner van klein-azie 9) Inwoner van Turkije 10) Muzelman 11) Oosterling 12) Osmaan 13) Ottomaan 14) Scheldwoord 1) Aziaat 2) Osmaan 3) Ottomaan 4) Saraceen 
inwoner van Turkije (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) iemand met de Turkse nationaliteit; iemand die behoort tot het Turkse volk; iemand die afkomstig is uit Turkije; inwoner van Turkije 2) winkel uitgebaat door een Turk; Turkse winkel 3) restaurant waar Turks eten wordt geserveerd; Turks restaurant
• [demoniem] een inwoner van Turkije, of iemand afkomstig uit Turkije.
inwoner van Turkije