tweetalig bijv.naamw. Uitspraak: [ tweˈtaləx ] Afbreekpatroon: twee·ta·lig 1) (van iemand) twee talen sprekend Voorbeeld: 'Door zijn Franse vader en Nederlandse moeder is hij volledig tweetalig.' 2) in twee talen opgesteld of gegeven Voorbeeld: 'tweetalig onderwijs' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/tweetalig
Verwijst naar schilders van oude Griekse vazen die zowel rood- als zwartfigurig schilderden. De term verwijst ook naar vaatwerk waarop zowel rood- als zwartfigurige technieken zijn te zien. De tweetalige stijl manifesteerde zich een korte tijd tijdens de laat-archaïsche periode in de derde en vierde decennia van de zesde eeuw voor Christus, toen d... Gevonden op https://www.ksart.nl/term/tweetalig