uitchecken werkw. Afbreekpatroon: 'uit - chec - ken Herkomst: «Engels Vervoegingen: checkte uit (verl.tijd ) Vervoegingen: uitgecheckt (volt.deelw.) zich afmelden, zich uitschrijven (bij de balie van een hotel bijv.) Voorbeeld: 'na een prettige vakantie checkten ze uit bij de balie van het appartementencomplex' 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitchecken
Zich melden aan de balie van een logiesaccommodatie om bijv. de sleutel af te geven of de rekening te voldoen, alvorens te vertrekken. Zie ook check out Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10965