
uitnodigen werkw. Uitspraak: [ ˈœytnodəxə(n) ] Afbreekpatroon: uit·no·di·gen Vervoegingen: nodigde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgenodigd (volt.deelw.)
vragen of iemand iets wil doen of je gast wil zijn Voorbeelden: 'Ik heb voor de bruiloft al mijn vrienden uitgenodigd.' , 'iemand uitnodigen een toespraak te houden'...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitnodigen

1) Dagvaarden 2) Aanzoeken 3) Meevragen 4) Aanvragen voor bezoek 5) Aanvragen 6) Nodigen 7) Noden 8) Introduceren 9) Ontbieden 10) Uitnoden 11) Binnenvragen 12) Uitverzoeken 13) Verzoeken 14) Inviteren 15) Verlokken 16) Verleiden 17) Engageren 18) Vragen 19) Vragen om op bezoek te komen 20) Roepen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitnodigen/1

inviteren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/uitnodigen
ertoe aanmoedigen vb: het weer nodigt uit tot een flinke wandeling
verzoeken je gast te zijn vb: ik nodigde hem uit te komen logeren
Synoniemen: vragen nodigen
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

•iemand verzoeken iets bij te wonen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/uitnodigen
Geen exacte overeenkomst gevonden.