
uitrekenen werkw. Uitspraak: [ ˈœytrekənə(n) ] Afbreekpatroon: uit·re·ke·nen Vervoegingen: rekende uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgerekend (volt.deelw.)
het resultaat vaststellen door te rekenen Voorbeelden: 'Reken de som uit op een apart papier.' , 'Kun jij dit uit je hoofd uitrekenen?' Synoniem: berekenen (1) Zie oo...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitrekenen

1) Becijferen 2) Bepalen 3) Berekenen 4) Calculeren 5) Nacijferen 6) Nagaan 7) Opmaken 8) Tellen 9) Uitcijferen 10) Uitkienen 11) Uitknobbelen 12) Uitwerken 13) Vaststellen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitrekenen/1
iets aan de weet komen door te rekenen vb: kun je uitrekenen hoeveel je van me krijgt?
Synoniemen: berekenen becijferen
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=uitrekenen

•"(overgankelijk)" door berekening iets bepalen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/uitrekenen
Geen exacte overeenkomst gevonden.