uitspoelen werkw. Uitspraak: [ 'œytspulə(n) ] Afbreekpatroon: uit·spoe·len Vervoegingen: spoelde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgespoeld (volt.deelw.) (iets) reinigen door het in vloeistof te spoelen Voorbeeld: 'je badpak na het zwemmen uitspoelen in water' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitspoelen