
de Venezolaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ venezo'lan ] Afbreekpatroon: Ve·ne·zo·laan Verbuigingen: Venezolanen (meerv.) de Venezolaan - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ venezo'lan - sə ] Afbreekpatroon: Ve·ne·zo·laan Verbuigingen: Venezolaansen (meerv.)
iemand met de Venezolaanse nationaliteit Gevonden op
https://woorden.org/woord/Venezolaan

1) Inwoner van Zuid-Amerika 2) Inwoner van Amerika 3) Inwoner van Latijns-Amerika 4) Inwoner van Venezuela 5) Inwoner van het noordwesten van Zuid-Amerika 6) Bewoner van Venezuela 7) Inwoner van het noorden van Zuid-Amerika
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Venezolaan/1

iemand met de Venezolaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Venezolaanse volk; iemand die afkomstig is uit Venezuela; inwoner van Venezuela In het meervoud ook in toepassing op het volk en, meestal in het meervoud, ook in toepassing op vertegenwoordigers van een nationale sportploeg of een andere groep.
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Venezolaan

• [demoniem] een inwoner van Venezuela.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Venezolaan
Geen exacte overeenkomst gevonden.