het verblijf zelfst.naamw. Uitspraak: [ vərˈblɛif ] Afbreekpatroon: ver·blijf Verbuigingen: verblijven (meerv.) 1) keer dat je ergens verblijft Voorbeeld: 'een verblijf van enkele dagen' 2) plaats waar je verblijft Voorbeeld: 'In de dierentuin is het verblijf van de gorilla's gemoderniseerd.' Synoniem: verblijfpl...
1) Bivak 2) Botel 3) Domicilie 4) Harem 5) Home 6) Hotel 7) Huis 8) Huisvesting 9) Hut 10) Intrek 11) Logeer 12) Motel 13) Onderdak 14) Onderkomen 15) Oponthoud 16) Optrek 17) Optrekje 18) Pension 19) Residentie 20) Semibungalow 21) Stulp 22) Tent 23) Thuis 24) Vakantiebungalow 25) Vertoef 26) Verwijl 1) Domicilie 2) Huis 3) Huisvesting 4) Intrek 5) Onderdak 6) Onderkomen 7) Onderkomen of huis 8) Oponthoud 9) Optrekje 10) Residentie 11) Sejour 12) Stulp 13) Thuis 14) Verblijfplaats 15) Woning 16) Woongelegenheid 17) Woonhuis 18) Woonplaats 
het ergens zijn vb: ons verblijf in Amerika was geen succes
•het verblijven. •een onderkomen.
oponthoud; plaats waar men is
Verblijf is het overnachten of verblijven in een hotel of andere instantie.