bederven, (het bij iemand) verkerven, verwarren, verstoren - Voorbeeld: ‘Zonder verbei of verpozen, ging hij op en neer, om geen tijd te verliezen, met angst dat de awindse lucht aan 't roeren zou gaan en de bezigheid komen verkariën’ - Voorbeeld: ‘Vermeulen voelde de spot, en omdat zij de schuld nog immer om hem wilde leggen, had...