verleppen werkw. Uitspraak: [ vər'lɛpə(n) ] Afbreekpatroon: ver·lep·pen Vervoegingen: verlepte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is verlept (volt.deelw.) slap worden Voorbeelden: 'Na de vakantie vonden we onze planten verlept terug.' , 'Ooit was ze een schoonheid, nu ziet ze er verlept uit.' Synoniem: verwelken Synoniemen: kwijnen slap... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verleppen