
bederven, vernielen, beschadigen, bedroeven - Voorbeeld: ‘
Daarom was zijn besluit: voorzichtig te zijn; het genot enkel in stilzwijgen, met de ogen op te nemen, want hij was vooral bang het maagdeken te vernozelen of haar verdriet aan te doen’ - Voorbeeld: ‘
En dat vredig bestaan was op één ogenblik vernozeld door een ongelukkig t...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.