Zie ook:
ontzeg

ontzeggen werkw. Uitspraak: [ ɔntˈsɛxə(n) ] Afbreekpatroon: ont·zeg·gen Vervoegingen: ontzegde, ontzei (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ontzegd (volt.deelw.)
1) zeggen dat iemand iets niet (meer) mag Voorbeelden: 'iemand de toegang tot het stadion ontzeggen' , 'iemand de rijbevoegdheid ontzeggen'
2) ta...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/ontzeggen

1) Het verbieden 2) Verbieden ergens te komen 3) Verbieden 4) Zich onthouden 5) Niet toekennen 6) Niet accepteren 7) Onthouden 8) Weigeren 9) Betwisten
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Ontzeggen/1
er nee op zeggen vb: de toegang tot de disco werd ons ontzegd
Synoniem: weigeren
Tegenstellingen: goedvinden toestaan toelaten toestemmen veroorloven dulden gedogen permitteren tolereren
het niet aan jezelf toestaan vb: hij ontzegt zich ieder pleziertje
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

trouw of vriendschap opzeggen
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.