verrijzen werkw. Uitspraak: [ vərˈɛizə(n) ] Afbreekpatroon: ver·rij·zen Vervoegingen: verrees (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is verrezen (volt.deelw.) 1) rechtop uitsteken boven Voorbeeld: 'De Domtoren verrijst hoog boven de stad Utrecht.' 2) opstaan Voorbeeld: 'Hij leek wel verrezen uit de dood.' Synoniemen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verrijzen