druk bezig, naarstig, vlijtig, gejaagd - Voorbeeld: ‘Elk schreeuwde en liep verslaafd allerwegen’ - Voorbeeld: ‘Moeder Busschaert was verslaafd aan 't in orde brengen van Riks benodigdheden’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php