Term uit de leer van de dichtkunst en de prosodie voor de theorie van de versbouw: het geheel van structurele elementen dat de versregel (vers-1) als basiselement van poëzie kan bevatten, mede in relatie met de context van strofe of gedicht. De versbouw is te zien als een organisatievorm van elementen op syntactisch-semantisch en fonologisch nivea... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02942.php