vertederen werkw. Uitspraak: [ vər'tedərə(n) ] Afbreekpatroon: ver·te·de·ren Vervoegingen: vertederde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vertederd (volt.deelw.) op een lieve manier ontroeren Voorbeeld: 'De baby vertederde haar opa en oma met haar glimlach en haar stralende oogjes.' Synoniemen: ontroeren 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vertederen