I het vertrouwen zelfst.naamw. Uitspraak: [ vər'trɑuwə(n) ] Afbreekpatroon: ver·trou·wen 1) geloof dat iemand eerlijk is Voorbeeld: 'Hij heeft mijn vertrouwen geschonden.' Antoniem: wantrouwen iets in vertrouwen zeggen (iets zeggen dat niet doorverteld mag worden) iemand in vertrouwen nemen (iemand een geheim vertellen) 2) Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vertrouwen
geloven dat hij eerlijk is vb: ik vertrouw deze aannemer volkomen Tegenstelling: wantrouwen op iets of iemand rekenen vb: ze vertrouwt op haar gevoel Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=vertrouwen