Zie ook:
vervroeg

vervroegen werkw. Uitspraak: [ vər'vruxə(n) ] Afbreekpatroon: ver·vroe·gen Vervoegingen: vervroegde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vervroegd (volt.deelw.)
vroeger laten gebeuren Voorbeelden: 'als pilgebruikster je menstruatie kunnen vervroegen of uitstellen zonder dat de veiligheid afneemt' , 'je pensioendatum vervroegen' , 'p...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/vervroegen

1) Anticiperen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Vervroegen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.