Zie ook:
pas

passen werkw. Uitspraak: [ ˈpɑsə(n) ] Afbreekpatroon: pas·sen Vervoegingen: paste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepast (volt.deelw.)
1) de juiste maat hebben Voorbeelden: 'Het past precies.' , 'Dit dopje past niet op deze fles.' , 'Zijn trouwpak past hem na dertig jaar nog steeds.' Synoniem: aansluiten
2) ...Gevonden op
https://woorden.org/woord/passen

1) Goed zitten 2) Lijken 3) Behoren 4) Toekomen 5) Nauwkeurig afmeten 6) Deugen 7) De juiste maat afmeten 8) Moeten 9) Naaien 10) Betamen 11) Vallen 12) Toestaan 13) Reguleren 14) Betreffen 15) Staan 16) Beurt voorbij laten gaan 17) Kwadreren 18) Netjes zijn beurt voorbij laten gaan 19) Stappen 20) Niet vragen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Passen/1

afpassen -
Jaar van herkomst: 1350 (MNW )
zijn beurt voorbij laten gaan -
Jaar van herkomst: 1813 (WNT )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 het werk op de vereischte maat stellen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742

afmeten; in orde zijn; niet meedoen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/passen
precies de goede maat zijn vb: dit jasje past me goed
het was passen en meten
[het kostte veel moeite]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

'Passen' is een spelterm die aangeeft dat men zijn beurt overslaat en/of geen gebruik maakt van het recht een handeling te verrichten. Passen komt onder meer voor bij de bieding van een kaartspel, bij veel taalspelen, en bij enkele bordspelen.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Passen

[I] afpassen; van pas zijn; overeenstemmen, passend zijn; betamen [II] zijn beurt voorbij laten gaan
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.