verzaken werkw. Uitspraak: [ vər'zakə(n) ] Afbreekpatroon: ver·za·ken Vervoegingen: verzaakte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verzaakt (volt.deelw.) 1) niet doen terwijl dat wel zou moeten Voorbeeld: 'je plicht verzaken' Antoniem: nakomen 2) (een speelkaart) niet leggen terwijl dat wel zou moeten g... Gevonden op https://woorden.org/woord/verzaken
Met 'verzaken' wordt bedoeld dat men zijn of haar plicht niet nakomt. Wanneer men verzaakt binnen een kaartspel volgt er meestal een straf, dit kan het verliezen van het gehele spel zijn, maar ook een paar punten minder. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Verzaken