
1.tot slijk worden, vol slijk lopen Voorbeeld: ‘
De wegelkes lagen verzompeld of overspoeld’ 2.in modder, slijk en vuil waden, struikelen, blijven steken Voorbeeld: ‘
Wanneer (...) 't voer met zijn zware last door de diepe geulen van de slijkstrate, verzompelend, de helling neerrijdt, (...) toen eerst herneemt de stilte voorgoedâ...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.