de vijgenboom zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'vɛixə(n)bom ] Afbreekpatroon: vij·gen·boom Verbuigingen: vijgenbomen (meerv.) grote struik met dikke leerachtige bladeren Voorbeeld: 'De vijgenboom werd al in de oudheid gekweekt voor de vruchten.' Synoniem: vijg (2) Synoniemen: vijgeboom Spreekwoorden en zegswijzen • onder de Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vijgenboom
(Ficus carica) -Vijgenboom - BB. 5177 Volledige wetenschappelijke naam: Ficus carica L. Diagnostische kenmerken: Bladen handvormig 3-5-lobbig of aan de bloeitakken ongedeeld, aan de bovenzijde ruw behaard, van onderen zachtharig. Vrouwelijke bloeiwijzen ei-cilindervormi Gevonden op http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=flora_nl&id=1670&menuent