[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Latijn), hij, (zij, het) leve! lang leve...! ook als subst. het vivat = het geroep van vivat (heilwensch), bv. iemand een vivat brengen. In het meervoud vivant, lang zullen ze leven. Een versterkte formule is vivat, floreat, crescat = hij (zij, he... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0026.php