de vleeshaak zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vlees·haak Verbuigingen: vleeshaken (meerv.) Verbuigingen: vleeshaakje (verkleinwoord) 1) haak waaraan (gedeelten van) geslachte dieren hangen bij een slagerij Voorbeeld: 'Dat het hier om vlees gaat, daar kan geen twijfel over bestaan. Naast de voordeur zit de ‘slagerij’: een grot... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vleeshaak
Gebroken draad in een staalkabel, reling of stag, waaraan je je lelijk kunt bezeren. Afknippen, kort vijlen en eventueel een stukje isolatieband eromheen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10827