de vlotter zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vlot·ter Verbuigingen: vlotters (meerv.) drijflichaam in verschillende toestellen om een niveau te bepalen en afhankelijk hiervan een proces te regelen . Synoniemen: dobber drijver hev hevel houtvlotter zwemmer 4 definities...
1) De drijver is vlugger 2) Deel van een brandstofmotor 3) Deel van een stoommachine 4) Deel van een stortbak 5) Dobber 6) Drijflichaam 7) Drijver 8) Drijver in een reservoir 9) Drijver van een stortbak 10) Drijver van een visnet 11) Houtvlotter 12) Vlotvoerder 13) Waterafsluiter 14) Zwemmer 1) Dobber 2) Drijflichaam 3) Drijver 4) Hevel 5) Zwemmer 
drijver
1> kleine drijver. 2> persoon die bij het samenstellen van en het varen met, een houtvlot betrokken is. Ook balkenvlotter genoemd. Gerelateerde termen: werkvlot, vlotter, vlotvoerder, balkenvlotterspoor. 3> in de Groningse venen kleine schuit waarmee de toelast vervoerd werd. Een soort lichter dus. Ook vlotterschip genoemd.
Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 drijfkraan, toestel om waterstand in vergaar- of stortbak te behouden.
Longdrink die men krijgt door een glas voor tweederde te vullen met spuitwater en dit vervolgens voorzichtig met een laagje eau-de-vie of likeur te bedekken.