de vocatief zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vo·ca·tief Verbuigingen: vocatieven (meerv.) de vijfde naamval waarin een naamwoord staat dat aanduidt tot wie het woord wordt gericht . 3 definities
1) Aangesproken persoon 2) Aanspreektitel 3) Casus 4) Naamval 5) Verbuigingsvorm 1) Appellatief 
naamval van de aangesproken persoon, vijfde naamval (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [grammatica] naamval waarin een naamwoord staat dat aanduidt tot wie het woord wordt gericht.
naamval van de aangesproken persoon, vijfde naamval
naamval van de aangesproken persoon, vijfde naamval
(Vocatief, Vocativus) De vijfde naamval; de naamval van de aangesproken persoon.