volharden werkw. Uitspraak: [ vɔl'hɑrdə(n) ] Vervoegingen: volhardde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft volhard (volt.deelw.) 1) standvastig of koppig volhouden wat je begonnen bent Voorbeeld: 'Ze lachten hem uit, maar hij volhardde.' Antoniem: opgeven Synoniemen: : volhouden, doorgaan volharden in iets (iets standvastig of ...
1) Aanhouden 2) Alle zeilen bijzetten 3) Blijven aandringen 4) De rit uitzitten 5) Doorbijten 6) Doorgaan 7) Doorzetten 8) Geen duimbreed wijken 9) Geen krimp geven 10) Handhaven 11) Het hoofd bieden 12) Persevereren 13) Persisteren 14) Staande houden 15) Standhouden 16) Standvastig blijven 17) Vasthouden 1) Aanhouden 2) Bestaan 3) Doorbijten 4) Doorgaan 5) Doorstaan 6) Doorzetten 7) Handhaven 8) Persisteren 9) Standhouden 10) Uithouden 11) Vasthouden 12) Vervolgen 13) Volhouden 14) Voltooien 15) Voortgaan 16) Voortzetten 
volhouden (toon de herkomst via de etymologiebank)
het standvastig blijven volhouden vb: hij volhardt in zijn afwijzing van de kerk
doorgaan met
doorgaan met