vooraf bijwoord Uitspraak: [ 'vor'ɑf ] Afbreekpatroon: voor·af voordat (je) iets anders begint Voorbeelden: 'Enkele opmerkingen vooraf.' , 'Vooraf gingen we even koffie drinken.' Antoniem: achteraf Synoniem: eerst woord vooraf (voorwoord) Synoniemen: eerst tevoren achteraf (antoniem) 
1) Te voren 2) Vooruit 3) Voorhands 4) Bijwoord 5) Voor iets anders 6) Aan de voorzijde 7) Allereerst 8) Van tevoren 9) Eerste 10) A priori 11) Bevorens 12) Eerst 13) Bijwoord van tijd 14) Tevoren 
Vooraf, van tevoren.
voor iets anders, van tevoren vb: we eten soep vooraf
•in de tijd vóór het genoemde.