
wielend voorbijgaan, draaiend voorbijgaan - Voorbeeld: ‘
Jan zat nu heel bezweet en afgemat uit te blazen op de bank, - hij keek door de dikke rook en schemerdamp op die dansende woelhoop, en waar hij de makkers en hun meisjes zag voorbijwielen, voelde hij zich als een vreemdeling onder hen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.