de vrijmetselaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vrij·met·se·laar Verbuigingen: vrijmetselaars<br>vrijmetselaren (meerv.) Verbuigingen: vrijmetselaartje (verkleinwoord) lid van een vrijmetselaarsorde die zich o.a. bezig houdt met vrijmetselarij . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrijmetselaar
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890]Mac benac is een geheimwoord der vrijmetselaars, dat betekent ‘het vlees verlaat het gebeente’ maar verdraaid is van Hebreeuws Mac-benakak. ‘De zoon der ellende gaat tot bederf over’. M.B. is ook wel op het schootsvel van den meester gestikt. De verkorting ... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0026.php