de vrijster zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: vrij·ster Verbuigingen: vrijsters (meerv.) Verbuigingen: vrijstertje (verkleinwoord) 1) ongetrouwde vrouw Voorbeeld: 'De oude vrijster was altijd chagrijnig.' 2) beminde of minnende vrouw die nog niet getrouwd is Voorbeeld: 'Acanthus toont een felgekleurde populaire gra... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrijster