vruchtbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ 'vrʏxtbar ] Afbreekpatroon: vrucht·baar 1) (van een organisme) in staat om nakomelingen voort te brengen Antoniem: onvruchtbaar 2) (van grond) in staat veel gewas voort te brengen Voorbeeld: 'een vruchtbare bodem' Antoniem: onvruchtbaar 3) wat resultaten oplevert ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vruchtbaar