(lichtjes) golven, (lichtjes) waaien - Voorbeeld: ‘Overal rond, over de rug der beide oevers van de vallei, tussen 't groene vlak der wabberende landen, liggen de dorpen als zovele blinkende kleurstippels’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php