
waggelen, schommelen, schudden, zich heen en weer bewegen - Voorbeeld: ‘
Nadat de rondedans uitgevoerd was, vlogen de dronken slijters elk aan de hals van ene meid, (...) en daar stonden ze te worstelen en te wagelen, met hun lijf tegeneen om elkaar op de grond te krijgen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.