
wegruimen, wegrukken - Voorbeeld: ‘
Al op ene morgen, terwijl de mensen nog te ruste lagen, was een nieuwe wind opgestaan: hij kwam uit het oostergat al over de heuvel gereden en toen 't schone dag werd, waren mist en vorte dampen al weggeroefeld en de zware wolken dreven voor zijne adem uiteen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.