wervelen werkw. Uitspraak: [ ˈwɛrvələ(n) ] Afbreekpatroon: wer·ve·len Vervoegingen: wervelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gewerveld (volt.deelw.) rond een middelpunt draaien Voorbeeld: 'De dansers wervelden in het rond.' Synoniemen: dwarrelen kolken wielen Intensiveringen Hoe kun je met wervelen een ander begrip verster... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wervelen