dwarrelen werkw. Uitspraak: [ 'dwɑrələ(n) ] Afbreekpatroon: dwar·re·len Vervoegingen: dwarrelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is gedwarreld (volt.deelw.) in onregelmatig beweging zijn Voorbeelden: 'Bij rustig herfstweer dwarrelen de bladeren van de bomen naar beneden.' , 'Gedachten dwarrelen door mijn hoofd.' 3 definities...... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dwarrelen