wijzen werkw. Uitspraak: [ ˈwɛizə(n) ] Afbreekpatroon: wij·zen Vervoegingen: wees (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gewezen (volt.deelw.) 1) met je arm en hand of vinger aanduiden Voorbeeld: 'wijzen naar de klok' naar/op je voorhoofd wijzen (een gebaar maken dat iemand gek is) dat wijst zich vanzelf (dat wordt vanzelf duid... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wijzen