I a de winkelier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ wɪŋkəˈlir ] Afbreekpatroon: win·ke·lier Verbuigingen: -s (meerv.) I b de winkelierster zelfst.naamw. Uitspraak: [ wɪŋkəˈlirstər ] Afbreekpatroon: win·ke·lier Verbuigingen: -s (meerv.) iemand die als beroep een winkel heeft Synoniem: detaillist Synoniemen: detaillist handelaar mid...
1) Antiekhandelaar 2) Antiquair 3) Apotheker 4) Bakker 5) Banketbakker 6) Bloemist 7) Boekhandelaar 8) Boetiekhouder 9) Debitant 10) Depothouder 11) Detailhandelaar 12) Detaillist 13) Drankslijter 14) Drogist 15) Filiaalhouder 16) Groenteboer 17) Groenteman 18) Kaasboer 19) Kleinhandelaar 20) Kruidenier 1) Detaillist 2) Grutter 3) Handelaar 4) Kleinhandelaar 5) Koopman 6) Kruidenier 7) Leverancier 8) Middenstander 9) Neringdoende 10) Uitbater van een winkel 11) Verkoper 12) Winkelhouder 13) Zakenman 
Een winkelier is iemand die een winkel bezit of in een winkel werkt. Hij of zij verkoopt producten aan klanten en-of geeft advies over de aangeboden koopwaar. Daarnaast is een winkelier verantwoordelijk voor het schoonhouden van de winkel en het up-to-date houden van het assortiment. Als de winkelier zelf een winkel bezit doet diegene vaak ook de b...
man die een winkel drijft (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die voor zijn beroep een winkel uitbaat
•een detailhandelaar die een winkel houdt of heeft.
man die een winkel drijft
man die een winkel drijft